“Accepteer dat het leven soms klote kan zijn”

ACT Guide

Door het lezen van een boek werd zijn leven als puber radicaal op z’n kop gezet. Nu is hij zélf een succesvol auteur van zelfhulpboeken. Psycholoog en alumnus Gijs Jansen leert dat negatieve emoties er mogen zijn. De kunst is ermee te leven.

‘Alles is klote op dit moment, maar kijk eens waar we lopen nu. Het is hier zo fucking prachtig.’ Gijs Jansen blijft midden op het bospad staan. Kijkt naar het zonlicht dat in blokjes tussen de bomen door valt. Hij snuift opzichtig de herfstgeur op. ‘Heerlijk.’ Dát, het stilstaan bij de schoonheid van een stukje bos, of desnoods een enkele boom, is wat ons kan helpen in tijden van crisis. En daar is volgens psycholoog Jansen niets zweverigs aan: ‘We weten dat mensen geluk voelen door directe ervaringen in het nu.’

Het laatste wat je hem zal horen zeggen, is dat het allemaal wel meevalt. Ook hij zit meer binnen dan hem lief is en mist fysiek contact. ‘Ik had jou ook graag gewoon een hand gegeven.’ Jansen noemt de coronacrisis ‘waarschijnlijk het heftigste wat we ooit zullen meemaken’. Maar toch is het een goed idee om af en toe te kijken naar de mooie dingen die er ook zijn: de zon, het bos en niet te vergeten zijn blije golden retriever, die uitgelaten voor ons uit dartelt. Gijs Jansen heeft een eigen psychologiepraktijk en schrijft zelfhulpboeken. Met dertien boeken en 75.000 verkochte exemplaren mag hij zichzelf een bestsellerauteur noemen. Het bijzondere is dat hij als jongen van vijftien jaar al precies wist wat hij wilde worden. ‘Ik ben in één rechte streep op mijn doel afgegaan.’

De puber van vijftien over wie hij het heeft, was niet bepaald de populairste jongen van de klas. Hij was sociaal onhandig en werd gepest. ‘Tja, waarom … Ik was een eikeltje, denk ik. Sommige kinderen hebben ‘pest mij’ op hun voorhoofd staan. Ik was zo iemand.’ Gijs Jansen keek scheel, dat hielp ook niet. ‘Op een gegeven moment heb ik mijn ogen recht laten zetten. Dat hielp wél.’ Hij kreeg een eerste vriendinnetje en ging niet veel later in Nijmegen studeren, waar hij de tijd van zijn leven had en zijn gemiste jeugd dubbel en dwars inhaalde. Maar ho, laten we even terugspoelen. Dat ongelukkige jongetje van vijftien, daar was iets mee. Hij had twee ouders met psychiatrische problemen. Van een veilig, warm nest was geen sprake in het Achterhoekse dorp waar hij opgroeide. Op een dag vertrok hij in zijn eentje naar een jongerencamping in Frankrijk, om uit te zoeken wat hij met zichzelf aan moest. Op zijn reis nam hij een boek mee van de Amerikaanse psychotherapeut Wayne Dyer. Dat boek – het stond bij zijn ouders thuis, misschien was het van zijn opa geweest – was een game changer. ‘Ik vond erkenning, verbinding, liefde. Leerde dat ik kwetsbaar mocht zijn en dingen moeilijk mocht vinden. Door een boek!’

Jansen roept zijn hond, die sinds een paar weken de kolder in zijn kop heeft. De psycholoog heeft geen idee wat er is veranderd, het was altijd zo’n braaf beest. Nu negeert Finn soms zomaar zijn baas en trekt hij zijn eigen plan in het bos. ‘Misschien is het een soort verlate puberteit’, denkt Jansen (toch vooral gespecialiseerd in mensen) hardop. ‘Daar had ik zelf ook last van.’ Na een paar stemverheffingen springt de witte hond vrolijk weer tevoorschijn tussen de bladeren.

‘Pure magie’
Wayne Dyer dus. Wat die man deed met Gijs Jansen, noemt de laatste ‘pure magie’. ‘Het was alsof hij me kende, alsof hij naast me op de bank zat en zei: dit en dat gaan we doen.’ In Frankrijk besloot de psycholoog in de dop dat hij later óók zelfhulpboeken wilde gaan schrijven. ‘Wayne Dyer was een belangrijke schakel in mijn leven. Hoe bijzonder zou het zijn als ik in de toekomst zo’n schakel in de levens van anderen kon zijn? Stel je een fietser voor die even naast een ander gaat fietsen en een hand op diens rug legt om hem een stukje voort te duwen. Dat idee. Het heeft bijna iets nederigs als je dat voor mensen mag doen. Om de credits gaat het me niet.’ Vanzelfsprekend koos Jansen voor de studie psychologie. In eerste instantie ging hij mee met de rogeriaanse stroming: cliënten kun je niet serieus genoeg nemen. Alles wat ze voelen en denken, is van grote waarde en cognitieve gedragstherapie een logisch hulpmiddel. Maar in het tweede jaar van zijn opleiding kreeg hij les van Hubert De Mey, die verkondigde dat emoties illusies zijn en dat je beter niet te veel naar je hoofd kunt luisteren. Jansen reageerde verontwaardigd op die ontwrichtende theorie en stormde na afloop van het college de kamer van de hoogleraar binnen. ‘Ik ben een discussie aangegaan die ik op alle fronten verloor. De Mey gaf me het enige boek mee dat er op dat moment was over de toen nog nieuwe Acceptance and commitment therapy, ACT. Nadat ik dat had gelezen, was ik om.’

In de theorie, die ervan uitgaat dat negatieve gedachtes er nu eenmaal zijn en dat je jezelf niet hoeft te veranderen, vond hij een boel herkenning. Jansen was als student bang om voor groepen te staan. Hem werd geleerd dat hij moest proberen die angst om te buigen door er positieve gedachtes tegenover te stellen. Hoe groot was de kans nou helemaal dat zo’n presentatie misging? Die strategie werkte averechts. Hij werd er alleen nog maar angstiger van. De ontspanningsoefeningen die hij volgens de traditionele psychologie moest doen, maakten dat hij welhaast begon te hyperventileren. Het gedachtegoed van de kersverse ACT was heel anders. Deze stroming redeneert: angst is er nou eenmaal en het beste wat je kan doen, is ermee dealen.

‘Ik vond dat een bevrijdende gedachte. Ik mocht zijn wie ik was, met angst en alles. Nog steeds ben ik als de dood als ik voor een groep moet gaan staan, terwijl dat inmiddels mijn werk is. Ik krijg elke keer weer paniekaanvallen. Maar inmiddels heb ik een haat-liefdeverhouding met mijn angst. Ik ben bijna bang om het kwijt te raken. Juist door die angst ben je zo on edge dat je het goed wilt doen. Binnen ACT zeggen we: in je waarde zit je angst en in je angst zit je waarde. Mijn vrouw en ik zeggen dat thuis ook tegen elkaar, dat het goed is om bang te zijn. Zij is gedragstherapeut en moet vanmiddag een webinar geven voor honderd man. Al een week loopt ze te trillen als een chihuahua op de Noordpool. Als ze haar schouders erover zou ophalen, zou dat betekenen dat zo’n evenement niet belangrijk voor haar is. Een essentiële zin binnen ACT komt van psycholoog Steven Hayes en stelt: it’s okay that it’s not okay.’ Gijs Jansen leverde de afgelopen jaren een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de Acceptance and commitment therapy in Nederland en Europa. Hij schreef er verschillende boeken over en traint nu nieuwe therapeuten en coaches. Onderwijs was altijd al zijn ding. Na zijn studie bleef hij op de universiteit hangen als docent. Tot de decaan hem erop wees dat het wel tijd werd om te promoveren. Daar had hij geen zin in. Hij wilde zijn blik niet vernauwen, zegt hij erover. Hij wilde zich niet verliezen in afgebakend onderzoek, uitgevoerd vanuit een kamertje op de universiteit. Dus ging hij zijn eigen weg.

Stop met oplossingen zoeken
In het bos van Berg en Dal daalt Jansen de houten trap af naar ‘de kuil’. Beneden staat een groepje mensen te sporten, hun stemmen weerkaatsen tegen de helling. Het is zo warm dat het wel voorjaar lijkt, vogels fluiten uitbundig. Jansen neemt het allemaal in zich op.

Hoe kan het gedachtegoed van ACT mensen bijstaan in de huidige coronacrisis? Juist door te stoppen met oplossingsgericht denken, zegt de psycholoog. Simpelweg omdat er geen oplossing is. ‘Je mag even wegzinken in het gevoel van ‘kut’. Mensen voelen zich onmachtig en hulpeloos. Erken dat dat nu eenmaal zo is. Je hoeft niet recht te lullen wat krom is. We zijn gewend om meteen weer in die oplossingsmodus te schieten. Ik heb vaak mensen tegenover me die willen leren hoe ze nog beter kunnen vechten tegen dingen die ze overkomen. Maar misschien is dat gevecht juist wel het probleem. In de huidige coronacrisis kunnen we het niet leuker maken dan het is.’ Datzelfde geldt voor mensen die ernstig ziek zijn. Vaak zijn ze – en hun omgeving – zeer druk met het zoeken naar een uitweg uit de onzekerheid. Jansen zegt juist: ‘De onzekerheid die bij kanker komt kijken, is iets waar je niets aan kunt doen. Wil je dan als patiënt maar blijven piekeren tot je een soort van schijnzekerheid hebt gevonden of mag die onzekerheid er ook gewoon zijn?’ Kies je voor de laatste strategie, dan komt er ruimte om ook andere dingen te zien. Om even stil te staan. En dan komen we dus uit bij het punt waarop we nu zijn. Even de pas inhouden en kijken naar het mooie herfstlicht en een paddenstoel.

Jansen had zelf twee keer kanker, hij schrijft erover in zijn boeken. Tijdens zijn studie kreeg hij keelkanker, de kans op genezing was vijftig procent. Omstanders deden niet anders dan oplossingen aandragen. Zo was er een man die zonder enige kennis van de situatie riep dat Jansen wietolie moest gebruiken. ‘Ik begrijp dat wel, maar voor mij voelde het alsof die man mijn pijn niet wilde dragen. Terwijl die pijn er nou eenmaal wás. Het klinkt ironisch en passief en alsof je er geen fuck aan hebt, maar het tegenovergestelde is waar: op het moment dat je even lucht geeft aan wat je liever niet wilt denken of voelen of ervaren, geef je eigenlijk bestaansrecht aan de realiteit zoals die op dat moment gewoon is. Dat lucht letterlijk op; pijn en angst komen je toe. Als je dingen in een verdomhoekje drukt en vindt dat je ze niet mag voelen, wordt het explosiever. De boeddhisten zeggen: als je de vijand omhelst, kan hij je niet slaan. Dat vind ik een mooie uitspraak. Je moet niet op dat dode spoor gaan zitten van maar blijven worstelen. Er zijn andere strategieën.’

ACT leert mensen nieuwe vaardigheden om met tegenslag om te gaan. In zijn zelfhulpboeken spreekt Jansen de lezer direct aan. ‘Je denkt nu misschien …’, schrijft hij vaak. En inderdaad, de lezer denkt op dat moment precies waar Jansen op doelt. Op die manier, zegt hij, maakt hij verbinding met de onbekende. Magie is het niet, wel een kwestie van wetenschap en heel goed snappen hoe mensen in elkaar zitten. ‘We zijn voor een groot deel hetzelfde. We ademen dezelfde zuurstof en jij en ik kunnen elkaar bloed geven. Ik weet zeker dat jij ook af en toe onzeker bent. Ik hoef niet te weten waarover om het te kunnen voelen. Jij hebt andere issues dan ik, maar allebei vinden we de band met onze ouders belangrijk. Iedereen wil in zekere mate uniek zijn, maar zo bijzonder zijn we niet. Uiteindelijk wonen we allemaal in dezelfde soort huizen en gaan we allemaal op zondag naar de IKEA of het bos in. Mijn statement is altijd: de verbinding ligt in de erkenning.’

Je hoeft geen psycholoog te zijn om daar je voordeel mee te doen. Voor mensen onderling werkt het ook, zegt Jansen. Met name in deze crisistijd kan het verlichting geven om even met je familie of vrienden te benadrukken hoe rot het allemaal is. Gewoon, erover praten zonder meteen weer met dertig oplossingen aan te komen. Zo kan een instelling als een universiteit het ook doen. Spreek nog eens uit tegen de studenten dat het toch wel héél frustrerend moet zijn om nu te studeren. Wat de mooiste tijd van je leven had moeten zijn, is een ophokperiode geworden. ‘Uiteindelijk is er maar één echte oplossing en die hebben we niet in de hand: een vaccin.’

Jansen roept zijn hond nog maar eens, want de Radboud Magazine-fotograaf is gearriveerd. ‘Finn! Foto!’ Het beest gaat meteen fraai rechtop staan. Hij is het gewend, want de golden retriever heeft zijn eigen Instagramaccount. Terwijl we naar het diepste punt van de kuil lopen, vertelt Jansen dat hij zichzelf nog weleens ziet terugkeren naar de universiteit. Met de docenten van toen heeft hij nog steeds contact. Zijn eigen onderneming draait in de tussentijd lekker. ‘We werken heel veel met online opleidingen, dat komt nu goed van pas.’

Afgelopen jaar publiceerde hij zijn eerste roman, Kijken naar het feest. Ook literatuur is een ambitie die hij koestert. Gijs Jansen heeft een zekere levenshaast. Wat vandaag kan, moet je niet uitstellen tot morgen. Heeft te maken met die twee kankers die hem troffen. De vraag is niet of de ziekte terugkomt, maar wanneer, zeiden de artsen. ‘Daardoor begreep ik wat werkelijk belangrijk is: de liefde en doen wat je echt wilt. In het leed dat mensen doorstaan, voelen ze vaak de urgentie om het leven bij de strot te grijpen.’

Tekst: Annemarie Haverkamp. Dit artikel verscheen eerder in Radboud Magazine. Foto’s: Erik van ‘t Hullenaar.

ACT Guide App erkend als E-health voor Stichting Kwaliteit in Basis GGZ

ACT Trainingen

Ben jij lid van Stichting Kwaliteit in Basis GGZ? Dan hebben wij goed nieuws! De ACT Guide App voldoet namelijk aan het criterium voor E-Health. Dat betekent dat je niet langer gebruik hoeft te maken van dure E-Health pakketten. Het downloaden van de ACT Guide App is voldoende!

Zorgaanbieders die Basis GGZ leveren kunnen het Keurmerk Basis GGZ behalen. Het Keurmerk Basis GGZ (h)erkent vooruitstrevende zorgaanbieders, positioneert cliënten en faciliteert de dialoog over goede Basis GGZ. Een keurmerk met meerdere voordelen. Benieuwd naar alle voordelen? Je leest ze hier: https://www.kibg.nl/keurmerk.

Ben je momenteel nog geen lid van KIBG maar voldoe je wel aan de criteria? Twijfel niet langer en sluit je aan! Kijk op de website van www.kibg.nl of het Keurmerk Basis GGZ interessant is voor jou en wie weet verwelkomen wij jou binnenkort in de ACT Guide App!